|
||||||||
|
Dit is een speciale muzikale ontmoeting tussen twee gitaristen met een verschillende muzikale achtergrond en speelstijl maar met dezelfde liefde voor de gitaar. Joost Zoeteman is vooral bekend door zijn typerende gitaarstijl, een dwarsdoorsnede van jazz, gypsy jazz en hedendaagse muzikale invloeden uit de hele wereld. Paul Schäfer is internationaal een van de meest getalenteerde en veelgevraagde gypsy swing gitaristen. Voeg daaraan toe een van de beste ritmetandems van Nederlandse bodem in de personen van Wim de Vries op drums en Jasper Somsen op contrabas en het feest kan beginnen. Fratellanza betekent broederschap en er bestaat geen betere term om te omschrijven wat Paulus, Joost, Jasper en Wim muzikaal samen hebben. Dit album is een muzikale reis waar deze muzikanten de charme van Italië combineren met de aanstekelijke swing, virtuositeit en melancholie van de gypsy jazz. Door het hele album kun je de verbinding horen tussen Italië, gypsy jazz en de behendige vingers van Paulus en Joost. Hun gitaar vaardigheden schilderen een levendig beeld van de Italiaanse cultuur, van levendige gypsy kampvuren tot soulvolle Jazz joints in het hart van Rome. Het is het soort muziek die je doet reiken naar een glas wijn, gaan zitten en de goede vibraties te inhaleren. Aldus de hoestekst en dat is een schot in de roos dat ik niet kan verbeteren. Ik heb dan ook de daad bij het woord gevoegd en mezelf een glas Montepulciano D’abruzzo ingeschonken. Het album opent met “100%” van Joost Zoeteman, voorwaar een uitstekende titel want het nummer staat als een huis en swingt de pan uit. Het wordt gevolgd door een gloedvolle uitvoering van “Speak softly love” het thema uit Godfather van Nino Rota (1911-1979), zoals al zijn muziek meeslepend en melodieus is. Dan volgt het alom bekende “Volare” van Domenico Modugno & Franco Migliacci, eigenlijk min of meer verworden tot een smartlap krijgen we hier een superieure versie voorgeschoteld zoals het ooit was bedoeld. Met “Come Prima” zitten we in hetzelfde vaarwater, een hit uit 1957 van Tony Dallara en een lied dat door een ieder uit volle borst werd meegezongen, hier krijgen we een prachtige instrumentale versie te horen waar alle meezingeffecten gelukkig zijn verdwenen. Voordat ik alle nummers ga bespreken beperk ik me tot een paar hoogtepunten zoals het fraaie “Manhã de Carnaval” van Luiz Bonfá waarin de twee gitaristen naast elkaar schitteren in dubbele solo’s. Nergens wordt aangegeven welke gitarist waar speelt, maar gelet op de beschrijvingen van hun spel wordt het een goede luisteraar wel duidelijk, ik ga daar verder geen duidelijkheid over geven want ik ben ook afhankelijk van mijn oren. Rest mij nog iedereen veel luisterplezier toe te wensen teneinde uit de mentale depressies te geraken ten gevolge van de veelvuldige metrologische variant. Jan van Leersum.
|